De Marinekazerne Amsterdam
Van 13 maart 1972 tot 6 mei 1974 werd ik geplaatst bij de Marinekazerne Amsterdam belast met de administratie van A en I goederen bij bureau bevoorading aldaar. A-goederen zijn artikelen die wij zelf na gebruik mochten afkeuren en de I-goederen niet. Die moesten we altijd ter reparatie aanbieden aan het grote marinemagazijn in Den Helder. Ik kan me nog de naam van een chef herinneren. Dat was de sergeant-majoor Potkamp. Die kom ik nog steeds tijdens de veteranendagen tegen. Hij is al ver in de tachtig maar is nog helemaal bij de pinken. Mijn baas was de LTZSD 1 de Booy. Oud oorlogsvrijwilliger en marinier. Ik had er een goede baas en divisiechef aan. Verder ken ik me nog de namen herinneren van de sergeanten Harry Dekker, die woont nu vlak bij mij en is ook al een tachtiger. Verder de sergeant Cloud de Veer, de korporaals Ted van Dartel, Herman Tiben en Eef Limburg, en de magazijnbeheerders Jos Barbillion (die kon ik al van de kruiser), Kees de Jager, Cor Paap en Rob Dessauvagie. Meer namen kan ik me op het moment niet meer herinneren.
Tijdens die plaatsingsperiode ben ik op 27 september 1972 getrouwd met Agnes Hoekstra de dochter van de majoor (later adjudant) schrijver die ik in Den Haag heb leren kennen. Natuurlijk was er op het trouwfeest een delegatie van de marinekazerne aanwezig. Die bestond uit de korporaal Ted van Dartel, de kwartiermeester Willem Fossen en Kees de Jager met zijn vrouw Marja.
Kort na mijn trouwverlof kregen we al een woning aangeboden in Amsterdam-Noord. Maar die wezen we af omdat we het daar binnen te vochtig vonden. Maar twee maanden later in december konden we zelfs kiezen uit een flat in Purmerend en een flat in Weesp. Dat laatste is het geworden. We waren er beide gelijk helemaal weg van. Binnen veertien dagen waren we verhuisd en ingericht. Dat kon makkelijk omdat we alle meubels al hadden en opgeslagen stonden bij de fabriek waar we ze hadden besteld.
Het was voor mijn schoonouders wel even wennen niemand meer om zich heen te hebben. Want ondanks het inwonen hebben we samen toch een heel gezellige tijd gehad daar in Gouda.
Eindelijk kon ik dan op de fiets naar mijn werk. Dat was een hele ervaring, niet meer afhankelijk van trein of bus. Ik heb de beide keren dat ik op deze kazerne was geplaats mijn woonwerkverkeer altijd op de fiets gedaan tenzij het in de winter door gladdigheid te gevaarlijk was, dan nam ik de trein.
Op 19 april 1974 kreeg ik het onderscheidingsteken voor langdurige, eerlijke en trouwe dienst bij de zeemacht in het brons (12 jaar) uitgereikt door de commandant van de Marinekazerne Amsterdam.
Ik heb op de marinekazerne in die twee jaar leuk gediend en er gebeurde daar maar weinig spannende dingen.
Inhoudsopgave
© 2000 PCL