Voorwoord
Op 16-jarige leeftijd, nadat ik de middelbare school vroegtijdig verliet, wilde ik gaan varen. Dat wilde ik eigenlijk al van kinds af aan. Naar de koopvaardij mocht ik niet van mijn vader want dat was een vrijgevochten bende volgens hem maar toen ik zei dat ik dan naar de Koninklijke Marine wilde had hij geen bezwaar want daar was discipline volgens hem. In zekere zin had hij natuurlijk gelijk.
MOC-Voorschoten en MOK Hilversum
Op 16 augustus 1960, na gekeurd te zijn bij het MarineOpkomstCentrum te Voorschoten, ben ik een vrijwillige verbintenis aangegaan bij de zeemacht voor zes jaar als magazijnbeheerder der 3de klasse. De treinreis naar Voorschoten was mijn eerste treinreis waarbij ik alleen moest reizen want voor die tijd reisde ik altijd met mijn ouders met de trein als we bijvoorbeeld op vakantie gingen. Ik woonde toen in Bergen op zoom, waar ik geboren en opgegroeid ben. Een hele onderneming dus, maar het ging allemaal goed.
Vervolgens de eerste militaire vorming (Ik was ingedeeld bij bak 247, hier kom ik verderop in mijn verhaal op terug bij mijn kaderopleiding) en eerste vakopleiding gevolgd in het MarineOpleidingsKamp te Hilversum. Midden in de bossen en geen zee te zien.
De vakopleiding werd direct gevolgd door de basiscursus ABCD (Atomic, Biological, Chemical, Damage (averij)) op 7 januari 1961. Die duurde een week en werd gegeven bij de Marinekazerne Amsterdam. Een deel van het praktijkgedeelte werd op het Zeeburgereiland gegeven dat vroeger een Marine-vliegkamp voor de watervliegtuigen was.
Mijnendienst
Van januari 1961 tot mei 1961 kreeg ik mijn eerste plaatsing bij de Mijnendienst. Dat was wel een walplaatsing terwijl ik hoopte een varende plaatsing te krijgen, een kleine terleurstelling maar gelukkig (een schrale troost) werd ik binnen de Mijnendienst bij de Dienst Conservatie Mijnenvegers geplaatst. Dus kwam ik toch regelmatig aan boord van een schip, weliswaar geen varend schip maar toch.... Maar... in april dat jaar mocht ik een maand met de Hr.Ms. "Sittard" meevaren. Het schip moest door reservisten uit de conservatie worden gehaald en vervolgens moesten zij er mee gaan (proef)varen. Dank zei mijn toenmalige divisiechef (de LTZVK2OC Straatsma) mocht ik toen een maand meevaren. Dat beviel me prima. Ik moest daar werkzaamheden verrichten als zeuntje (hulp van de kok en de chef cafetaria), maar ook als roerganger en uitkijk op de brug. De laatste 2 baantjes bevielen mij het best. Lekker in de buitenlucht. Zeeziek ben ik niet geweest. Daar heb ik trouwens nooit last van gehad.
|
Beeldmateriaal en aanvullende informatie(De meeste afbeeldingen kunnen worden vergroot door erop te klikken.)
De familie Claesen
De matrozenpet
Het dienstvakonderscheidingsteken van de magazijnbeheerder plus mijn "val dood" plaatje.
Enkele foto's die tijdens mijn opleiding in Hilversum zijn gemaakt. Linksboven een klassefoto, daarnaast twee foto's tijdens een exercitieles op het exercitieterrein, daarnaast twee "statiefoto's". Op de onderste rij links enkele jongens uit mijn bak, daarnaast het betonnen oefenschip de "Noordbrabant" voor het beoefenen van scheepstaken en aanverwante zaken, daarnaast sloeproeien op de Loosdrechtse plassen en als laatste foto een muurschildering in de kantine "De Witte Olifant". De schildering was door de kunstenaar Rien Poortvliet gemaakt en stelt het "Katje halen" voor. Rien Poortvliet heeft als dienstplichtige (milicien) bij de marine gediend.
lengte |
46,62 m |
Breedte |
8,75 m |
Diepgang |
2,28 m |
St. waterverplaatsing |
373 tons |
Vermogen geleverd door 2 Werkspoor/Man dieselmotoren |
2500 pk |
Snelheid |
14 kn |
Bemanning |
38 |
Bewapening |
|
40 mm mitrailleurs Bofors |
2 |
Hr.Ms. "Sittard" (M830) behoorde tot de Dokkumklasse kustmijnenvegers
Het schip is gebouwd bij de Werf Niestern Scheepsb. Unie te Hellevoetsluis. Het houten schip is op 19 december 1956 in dienst gesteld en op 23 november 1997 uit dienst gesteld en thans een opleidingsschip voor het Zeekadetkorps Harlingen.
Enkele foto's gemaakt bij de Dienst Conservatie Mijnenvegers en mijn bedje op de Mijnendienstkazerne. |